De echtgenote van een ondernemer start een eigen kledingboetiek gericht op de werkende zakelijke vrouw. Ze huurt winkelruimte, laat die mooi inrichten en koopt voorraad in. Haar man schiet € 20.000 opstartkosten voor. Na enkele maanden strandt het huwelijk. De financiering droogt per direct op. Een deel van de bestelde voorraad wordt daarom niet geleverd en de winkel blijft dicht. De Belastingdienst weigert aftrek van de opstartkosten. Mevrouw gaat naar de rechter.