Een BV verleent aan haar directeur-grootaandeelhouder (DGA) pensioenrechten. Kort daarna overlijdt de DGA en gaat de BV weduwenpensioen uitkeren. Op enig moment spreken de weduwe en de BV af dat ze afziet van verdere uitkeringen. De Belastingdienst legt de BV een naheffingsaanslag van ruim € 500.000 op wegens prijsgeven van pensioenrechten. Ten onrechte, volgens de BV, omdat de pensioenovereenkomst nooit was ondertekend.