Standpunt werkgever
De werkgever stelt dat hij niet verplicht is het loon door te betalen tijdens ziekte. Dat heeft hij al eerder gedurende 104 weken gedaan. Daarna vervalt die wettelijke verplichting, tenzij de werknemer een nieuwe functie heeft gekregen. En dat is niet het geval.
Loondoorbetalingsverplichting opgebruikt
Als de werknemer na meer dan 104 weken arbeidsongeschiktheid weer werkzaam is voor de werkgever in de bedongen arbeid en op een later moment opnieuw arbeidsongeschikt wordt, bestaat er geen loondoorbetalingsverplichting meer. Die is als het ware ‘opgebruikt’.
Ander werk nieuw bedongen arbeid?
Als de werknemer na 104 weken loondoorbetaling echter ander werk bij dezelfde werkgever gaat doen dan waarvoor hij oorspronkelijk arbeidsongeschikt is geraakt, kan het inderdaad zo zijn dat bij een latere uitval tóch recht op loondoorbetaling tijdens ziekte bestaat.
Daarvoor is vereist dat het andere werk de ‘nieuwe bedongen arbeid’ is geworden, oftewel: dat partijen met elkaar overeenkomen dat de arbeidsovereenkomst is aangepast. Dit is volgens de rechter hier niet het geval.
Een tweede mogelijkheid is dat de werknemer erop mocht vertrouwen dat het werk dat hij nu verricht, en dat past bij zijn beperkingen (passende arbeid), de bedongen arbeid is geworden. Daarvan kan sprake zijn als de werknemer gedurende een niet te korte periode arbeid heeft verricht waarvan de aard en de omvang tussen partijen niet ter discussie staat. Ook dit is volgens de rechter hier niet het geval. De werknemer is nog niet terug op zijn oude niveau en uit niets blijkt dat de werkgever zich daarbij neerlegt.
De huidige werkzaamheden gelden dus niet als nieuwe bedongen arbeid. Er is geen nieuwe loondoorbetalingsplicht.
Let op: Als een werknemer na het einde van de doorbetalingsplicht weer aan de slag gaat, kan er alleen een nieuwe loondoorbetalingplicht ontstaan als sprake is van nieuwe bedongen arbeid. Dat is het geval als werkgever en werknemer ander werk op een ander niveau afspreken of zich daarbij neerleggen.