Verduidelijking en rechtsvermoeden ZZP

Het kabinet gaat de wetgeving rond ‘werken in dienst van’ verduidelijken. Zo is er een toetsingskader ontwikkeld waarmee bedrijven die iemand willen inhuren en werkenden kunnen bepalen of dat in loondienst of als zelfstandige kan. Ook komt er een rechtsvermoeden van een arbeidsovereenkomst bij een relatief laag uurtarief. Het wetsvoorstel is op 6 oktober 2023 in internetconsultatie gebracht.

Verduidelijking beoordeling arbeidsrelatie
De wettelijke norm om werknemers van zelfstandigen te onderscheiden is op dit moment een open norm die door rechtspraak is ingekleurd. Met het voorstel wordt het meest onderscheidende wettelijke vereiste ‘werken in dienst van’ (gezag) uit het Burgerlijk Wetboek verduidelijkt. De rechtspraak is bij elkaar gebracht, gestructureerd en gecomprimeerd aan de hand van drie hoofdelementen (werkinhoudelijk ondergeschiktheid, organisatorische inbedding en werken voor eigen rekening en risico). Deze hoofdelementen worden verder ingevuld en de wijze waarop toetsing plaats dient te vinden, is ook gestructureerd.

Het doel van deze maatregel is de duidelijkheid te vergroten voor werkenden, werkgevers en opdrachtgevers, uitvoeringsorganisaties (zoals het UWV, de Belastingdienst en de Nederlandse Arbeidsinspectie) en de rechtspraak en bevorderen dat de wijze van het beoordelen van arbeidsrelaties consistent is. Een verduidelijking moet het voor de markt, de uitvoeringsorganisaties (onder meer voor de handhaving) en de rechtspraak inzichtelijker maken wanneer als zelfstandige of werknemer kan worden gewerkt.

Voorbeeld uit memorie van Toelichting
Een schilder wordt gevraagd om een schildersbedrijf te helpen. De schilder wordt toegevoegd aan een team van schilders in loondienst dat met een grote opdracht bezig is. De schilder is gevraagd voor het team vanwege specifieke kennis en vaardigheden met betrekking tot het schilderen en restaureren van oude gebouwen en in het bijzonder de restauratie van de plafondornamenten. Als het de schilder niet lukt de plafondornamenten in goede staat op te leveren, krijgt de schilder niet betaald. Om betaald te krijgen, moet de schilder in dat geval op eigen kosten het werk opnieuw doen. Alle schilders werken samen in een team, maar deze schilder is vanwege zijn specifieke expertise verantwoordelijk voor een specifiek onderdeel (de ornamenten). De schilder krijgt voor een gedeelte van de werkzaamheden gelijkluidende instructies als het team waar de schilder deel van uitmaakt, maar voor de ornamenten veel autonomie. De schilder heeft geen functioneringsgesprekken en neemt eigen gereedschappen en materialen mee (specifiek geschikt voor ornamenten). Verder heeft de schilder een groot aantal opdrachtgevers en een eigen website. Ook gebruikt hij een eigen busje waar zijn naam en het logo van zijn bedrijf op staat. De schilder staat ingeschreven bij de KvK, is btw-ondernemer en heeft al jaren recht op de zelfstandigenaftrek.

Toetsing op basis van de informatie:

  • Er is beperkt sprake van ‘werkinhoudelijke aansturing’ (instructies over de manier waarop het werk gedaan moet worden, maar minder toezicht zoals functioneringsgesprekken en er is sprake van een resultaatsverplichting).
  • Er is nadrukkelijk sprake van organisatorische inbedding (het betreft een kernactiviteit, is structureel werk, en er wordt zij-aan-zij gewerkt met werknemers)
  • Er is eveneens nadrukkelijk sprake van werken voor eigen rekening en risico (de schilder loopt financiële risico’s, beschikt over specifieke vaardigheden, gebruikt eigen gereedschap en materialen en de opdracht is van korte duur).
  • Er lijkt een min of meer evenwicht te zijn tussen werkinhoudelijke aansturing en organisatorische inbedding aan de ene kant en eigen rekening en risico aan de andere kant. Beide zijn immers nadrukkelijk aanwezig met vergelijkbare zwaarte.
  • Er moet daarom worden gekeken of de werkende zich in het economisch verkeer doorgaans als ondernemer gedraagt. Dit is het geval: groot aantal opdrachtgevers, eigen website, heeft bedrijfsinvesteringen gedaan en gedraagt zich administratief als zelfstandig ondernemer.

Conclusie: Er is geen sprake van een arbeidsovereenkomst.

Rechtsvermoeden uurtarief
Met het voorstel wordt een civielrechtelijk rechtsvermoeden geïntroduceerd bij een uurtarief onder € 32,24 (peildatum 1 juli 2023). Als een werkende kan aantonen dat er sprake is van een uurtarief lager dan het bovenstaande bedrag, wordt vermoed dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst en is het aan de werkgever om aan te tonen dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst.

Het doel van de maatregel is om het voor de werkenden aan de basis van de arbeidsmarkt makkelijker te maken om een arbeidsovereenkomst op te eisen bij de werkgevende en indien nodig bij de rechter. Daarnaast zorgt het rechtsvermoeden voor een preventief effect doordat bij werken tegen een tarief onder de norm beter dan nu beoordeeld wordt of de klus door een zelfstandige gedaan kan worden, of dat er sprake moet zijn van een arbeidsovereenkomst.

Let op: Door internetconsultatie krijgen meer mensen, bedrijven en instellingen informatie over wetgeving die in voorbereiding is en kunnen zij suggesties doen om de kwaliteit en uitvoerbaarheid van deze voorstellen te verbeteren. We houden u op de hoogte van de ontwikkelingen.

Tips en actualiteiten direct in uw mailbox?

Schrijf u in voor de nieuwsbrief