Overwegingen Hoge Raad
De kosten die een ondernemer maakt op zakelijke gronden, dat wil zeggen met het oog op de zakelijke belangen van de door hem gedreven onderneming, worden in beginsel bij het bepalen van de winst uit onderneming in aanmerking genomen.
Uitgangspunt daarbij is dat de bedrijfseconomische beslissingen om kosten te maken ter beoordeling staan van de ondernemer en dat het niet aan de inspecteur of de rechter is gevolgen te verbinden aan een van het oordeel van de ondernemer afwijkende opvatting over het zakelijke nut van bepaalde uitgaven.
Indien vaststaat dat kosten zijn gemaakt met het oog op de zakelijke belangen van de onderneming, zijn zij daarom in beginsel, ongeacht de omvang ervan, aftrekbaar. Het vorenstaande neemt niet weg dat indien een ondernemer kosten maakt uitsluitend ter bevrediging van zijn persoonlijke behoeften, die kosten een zakelijk karakter ontberen en daarom bij de bepaling van de winst uit onderneming buiten aanmerking blijven. In deze systematiek ligt besloten dat, indien in geschil is of een ondernemer bepaalde kosten heeft gemaakt met het oog op de zakelijke belangen van de onderneming dan wel met het oogmerk van bevrediging van zijn persoonlijke behoeften, de rechter de grenzen van zijn taak niet overschrijdt door de werkelijke aard van de kosten te beoordelen.
Vorenstaande systematiek sluit niet uit dat kosten die op zakelijke gronden zijn gemaakt tevens de persoonlijke belangen en voorkeuren van de ondernemer kunnen dienen (zogenoemde gemengde kosten). Kosten van voedsel, drank en genotmiddelen, hiervoor aangeduid als verteerkosten, kunnen dergelijke kosten zijn.
Voor verteerkosten als gemengde kosten geldt een wettelijke aftrekbeperking: bij het bepalen van de winst komen tot een bedrag van € 5.600 niet in aftrek kosten en lasten die verband houden met voedsel, drank en genotmiddelen. Als dat gunstiger is, mag men ervoor kiezen om, in afwijking hiervan, de kosten en lasten voor 80% in aftrek te brengen.
Met het privé-element van verteerkosten als gemengde kosten wordt alleen rekening gehouden door toepassing van deze aftrekbeperking.
Het verblijf van de consultant in Amsterdam en in Tilburg heeft plaatsgevonden met het oog op de zakelijke belangen van diens onderneming. Dit betekent dat ook de tijdens die verblijven gemaakte verteerkosten zijn gemaakt met het oog op de zakelijke belangen van die onderneming. De enkele omstandigheid dat kosten van maaltijden buiten de deur hoger zijn dan die van maaltijden die thuis worden bereid en genuttigd, brengt niet mee dat de aanleiding voor de kosten uitsluitend in de privésfeer is gelegen.
Oordeel Hoge Raad
Het gelijk is aan de consultant. Hij kan de verteerkosten voor 80% in aftrek brengen.
Tip: Eten en drinken tijdens een zakelijk verblijf hoeft dus op zichzelf niet op zakelijkheid te worden getoetst. Er geldt nu eenmaal een aftrekbeperking. Wel heeft de Hoge Raad nog gezegd dat dit anders is als de aanleiding voor het maken van die kosten uitsluitend in de privésfeer zou zijn gelegen.