Oordeel rechter
Als aan een werknemer door zijn werkgever meerdere auto’s ter beschikking zijn gesteld, dient in beginsel voor ieder van die auto’s een bijtelling te worden toegepast. Indien een auto aan een belastingplichtige beschikbaar wordt gesteld, wordt deze auto ook geacht voor privédoeleinden aan de belastingplichtige ter beschikking te staan. In dat geval wordt een percentage van de catalogusprijs van de auto tot het loon van de werknemer gerekend. Dit is slechts anders indien blijkt dat de auto voor niet meer dan 500 kilometer per jaar voor privédoeleinden wordt gebruikt.
De tweede auto is echter voor meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden gebruikt. Daarom heeft de Belastingdienst terecht een bijtelling vanwege het privégebruik van de tweede auto in aanmerking genomen.
Handreiking Belastingdienst
In een Handreiking van de Belastingdienst uit 2018 wordt een soepeler standpunt ingenomen. Rijdt een werknemer meer dan 500 kilometer privé met meerdere auto’s, dan moet de werkgever in beginsel voor elke auto de waarde van het privégebruik bij het loon tellen. Zijn aan een werknemer meerdere auto’s ter beschikking gesteld, dan kan de bijtelling echter beperkt blijven tot 1 auto in de volgende situaties:
- De werknemer is alleenstaand.
- Hij is in zijn gezin de enige met een rijbewijs.
De werkgever telt dan alleen bij voor de auto met de hoogste bijtelling.
Tip: In de Handreiking wordt ook ingegaan op de situatie dat in het gezin van de werknemer 2 of meer personen een rijbewijs hebben, en de situatie dat de werknemer in privé één of meer auto’s heeft die voor privégebruik net zo geschikt zijn als de ter beschikking gestelde auto's. We adviseren u hier graag over.